De boerderij 'IEDINSGOED' in de vijftiger jaren van de twintigste eeuw. (Foto Willem Erinkveld)
Derk Jan Idink komt van Etten wanneer hij op 25 april 1731 trouwt met Megtelt de Witt die van Varsselder komt. Hun zoon Gerrit (Jan) Idink wordt in Ulft gedoopt op 20 mei 1733.
Derk Jan Idink hertrouwde op 27 augustus 1758 met Eultje Bloemers die weduwe is geworden van Arnoldus Bannink uit Megchelen.
Zoon Gerrit Jan Idink is op 22 september 1764 getrouwd met Theodora ten Bensel en daarna vertrokken naar Etten, want op 9 mei 1770 wordt in Etten zijn zoon Jannis Idink geboren.
Op het huis in Oer is inmiddels Gradus Gerardus Aalders komen wonen. Hij werd in 1708 geboren in Oer. Hij is 'Onderscholt'
en rond 1735 getrouwd met Joanna Elshof uit de gemeente Doetinchem.
Uit dit huwelijk werden 6 kinderen geboren waaronder zoon Hendrik Aalders op 22 februari 1744. Op 19 april 1778 huwt Hendrik Aalders met Harmina Elbers (Ebbers) geboren in Lengel.
Uit dit huwelijk zijn 4 kinderen geboren namelijk:
1) Jan Aalders gedoopt op 23 juli 1784 en waarschijnlijk vroeg gestorven,
2) Jantje Johanna Aalders werd gedoopt op 26 december 1785, zij huwt op 19 november 1804 met Hendrik Hulsender die akkerman is en afkomstig van de Grollsplaats nu Dr. Schaapmanstraat no 1 in Ulft. Zij woont op het oudershuis en op 11 april 1809 wordt zoon Hendrik Hulsender geboren. Hendrik Hulsender senior overlijdt in 1812 en Jantje Aalders hertrouwt op 19 februari 1817 met Hendrik Rijntjes, dit echtpaar heeft ook nog op het huis van Jan boer Kok gewoond (Fr. Daamenstraat )
3) Zoon Gerardus (Gerrit) Aalders is gedoopt op 1 oktober 1782, hij is op 23 januari 1823 in de ouderlijke woning gestorven.
4) Elisabeth (Elsken) Aalders werd gedoopt 3 april 1790 en op 30 november 1810 gehuwd met Hermanus Kemperman, dit echtpaar is gaan wonen op de Geutjesplaats (nu Ratering, Schoolstraat)
Jantje Johanna hertrouwde dus in 1817 met Hendrik Reintjes.
Het testament luid als volgt:
1. Hendrik Rijntjes, dagloner, gezindte: Roomskatholiek en zijn ehevrouw Jantje Aalders en Hermanus Kemperman en diens ehevrouw Elsken Aalders, verkopen en bij deze in volkomen eigendom over te dragen: Aan de dhr. Bernard Joseph Averbeek, particulier, wonende onder Anholt, die alhier mede compareerde ende verklaarde in koop aan te nemen, het zogenaamde 'Iedingsgoed', zijnde eene katestede, bestaande in huis nummero 94 en verder getimmerte, met het onderhorig hof, bouwland, bepoting en beplanting, groot omstreeks twee bunders, dertien roeden, gelegen en staande in de buurtschap Oer, gemeente Gendringen, tuschen de gemeene straat der Gemeente en verdere eigenaren met het regt tot en aan de Ulftsche en Oersche gemeentegronden zodanig als dit perceel de verkooperen toebehoort, herkomstig uit den nalatenschap van der verkooperen broeder, wijlen Gerrit Aalders. En bestaand de gronden in de huisplaats, hof of kamp, het Boland, en de Aalst. En voorts de verkooping geschied om en voor de som van 800,- guldens Nederlandsch Courant.
De verkoop geschiede voor notaris Jacob Kolfschoten te Gendringen, op 22 decmber 1825.
Het echtpaar Hendrik Reintjes - Jantje Aalders blijven op de boerderij wonen met hun kinderen Geertruid, Willemina, Gerhardus, Johannes en Gerritjen. Hendrik Hulsender, woont volgens de volkstelling van 1826 ook nog op het huis 'Iedingsgoed'.
Op zeven november 1827 was er een geschil over de betaling van de pacht tussen Hendrik Rijntjes en Averbeek. Waarna Averbeek beslag liet leggen op enige veld- gewassen, de voorgemelde gronden staande en eenige ongeoogste rogge in het huis 'Iedingsgoed' en de eis dat het echtpaar Reintjes-Aalders het huis moet verlaten, Hendrik Reintjes voerde hier tegen aan dat de pacht veel te hoog was en dat hij de pacht betaald had. Tevens verklaarde Reintjes dat hij meer te vorderen had van Averbeek dan andersom.
Dan besluiten partijen de zaak in het minne te schikken met de navolgende overeenkomst :
1: Dat Reintjes tot 22 februari 1829, 12.00 uur op het 'Iedingsgoed' mag blijven wonen en de onderhorigen grond mag blijven gebruiken, de onderhavigen bouwgrond latende tegen genot der garf zoo als de wet en het plaatselijk gebruik.
2: Alle kosten die gemaakt zijn door Averbeek worden kwijtgescholden.
3: Hier stelt Reintjes tegenover dat hij alle kosten kwijtscheld die hij heeft gemaakt.
4: Reintjes neemt in pacht aan met aanvang stoppelbloot deses jaars gedurende de tijd van drie volgende jaren en stilzwijgend eindigend den eersten september achttienhonderd eenendertig, het nog onverpachte gedeelte van het stuk bouwland genaamd het Schutschotstuk genaamd gelegen in Oer ter grootte van ongeveer twintig Nederlandsche roeden tegen de jaarlijksche op kerstmis te betalen pachtquantum van vijf guldens en tweede het nog niet verpachte gedeelte van het bouwland de Haverweij genaamd mede in Oer gelegen ter grootte van ongeveer eenen bunder. Het laatste perceel echter om te bouwen tegen de derde garf na locaal gebruik, zodanig dat onverminderd of na aftrek van hetgeen door de tiendheffers weggehaald word, het derde gedeelte der nuchtij ? zonder prepjustie gewardeerd op twintig guldens per jaar door de heer verpachter genoten zal worden.
Voor notaris Jacob Kolfschoten verschenen op 11 november 1829, de erfgenamen van het echtpaar Antonij Aalders en Johanna Beekman, Antonij is een zoon (geboren uit het derde huwelijk) van Hendrick Aelders een achterneef van Gradus Aalders (de onderscholt). Antonij Aalders woonende op de boerderij Deurvorst in Voorst, die het recht van hypotheek, gesproten uit de acte op den elfden van grasmaand (april) achttienhonderdnegen, voor den gerigte der heerlijkheid Gendringen en Etten verleden, zal mede uit een andere acte van hijpothicatie op den zeven en twintigsten der maand maart achttienhonderd twintig, ten overstaan van den notaris Willem Jacob de Haes en getuigen te Gendringen, tegen Gerrit Aalders, landbouwer, wonende in de buurtschap Oer, der gemeente Gendringen, tot zekerheid eener hoofdsom van zevenhonderd guldens Nederlandsch, speciaal op het zogenaamde 'Iedingsgoed,' staande en gelegen in Oer, gemeente Gendringen, bestaande in huis en getimmerte en onderhoorige gronden, regten en geregtigheden, zodanig als bij acte van den zeven en twintigsten maart achttienhonderd twintig, hier boven genoemd, in het brede zijn omschreven en welk 'Iedingsgoed' thans aan den heer Bernard Joseph Averbeek, pannenfabrikant, wonende te Kirchhillen, toebehoord.
De erven Aalders verklaarden het regt van hypotheek te vernietigen.
Op 21 oktober 1830 verkocht de Dhr. Averbeek het 'Iedingshuis' aan Gerhardus van Lent afkomstig van Dinxperlo. Op kerstavond en eerste kerstdag 1840 stierven de echtelieden Gerhardus van Lent en Wilhelmina Vlaswinkel aan de cholera, zij lieten vier minderjarige kinderen na. Op 27 maart 1887 stierf oudste zoon Hendrik Willem van Lent hij liet de boerderij na aan zijn vrouw Elisabeth Könning.
Daarna werd het huis 'Iedingsgoed' nog diverse keren verpacht.
De boerderij kwam door het huwelijk van een dochter van Hendrik Willem van Lent en Elisabeth Könning namelijk Johanna Wilhelmina geboren op 8 april 1852 in bezit van Johannes Theodorus Erinkveld, waar ze mee huwde op 21 oktober 1887. In 1957 kwam de boerderij in bezit van Bernard Herman Erinkveld een zoon van Hendrikus Erinkveld en Aleida Theodora Geurts.
In het begin van de tachtiger jaren van de twintigste eeuw ging Willy Erinkveld, gehuwd met Claudy Hendriks, zoon van Bernard Herman Erinkveld en Annie Holtus boeren op de boerderij. Bernard Erinkveld verkocht de boerderij in het begin van de negentiger jaren van de twintigste eeuw aan de gemeente Gendringen die de boerderij liet slopen voor de aanleg van het industrieterrein de Rieze. Zo kwam er een einde aan een meer dan tweehonderd jarige geschiedenis van het 'Iedingsgoed’.
Bronnen; gem. archief Gendringen, notariële aktes rijksarchief Gelderland, Aktes in het bezit van de heer Bernard Erinkveld,
Archief Egbert Koops. Bevolkingsregisters ECAL.
Zie hieronder de woongeschiedenis van het 'Iedingsgoed'.
1990-Ulft Oerseweg 12 Erinkveld- Hendriks.
1957-Ulft Oerseweg 9 Erinkveld - Holtus.
1923-Ulft Huis No 321 wordt 417 Erinkveld- Geurts.
1917 Ulft Wed. Erinkveld van Lent.
1900-1915- Oer Huis No 84 Erinkveld vorige woonplaats Oer No 96 Wed. Erinkveld – van Lent.
1890-1900 -Oer Huis No.154 wed. van Lent- Könning.
1880-1890-Oer Huis No.154 van Lent.
1870-1880-Oer Huis No.145 van Lent .
1860-1870-Oer Huis No.139 van Lent Könning slagter.
1850-1860-Oer Huis No.505 van Lent Konning.
1841- Oer Huis No.505 van Uum-Stevens, Veldzijde.
1841-1850-Oer Huis No 505 Fransen. Martinus, IJsselzijde.
1840-1850-Oer Huis No. 505 van Lent- Vlaswinkel.
1830-1840-Oer Huis No. 505 van Lent -Vlaswinkel.
1826-1829-Oer Huis No. 505 Rijntjes – Aalders.
Maak jouw eigen website met JouwWeb